Aan de Uitwierderweg in Delfzijl-Noord werd in 2008 druk gesloopt. Foto: Archief Richard Degenhart

Déjà vu voor Delfzijl-Noord: eerst herstructurering en nu velt de versterkingsoperatie honderden huizen

De versterkingsoperatie in Delfzijl-Noord, waar honderden woningen tegen de vlakte gaan, is begonnen. Het is niet de eerste keer dat deze kant van Delfzijl het zo zwaar voor de kiezen krijgt. Twintig jaar geleden ging de sloophamer ook al door dit gebied.

De versterkingsoperatie in Delfzijl-Noord, waar honderden woningen tegen de vlakte gaan, is begonnen. Het is niet de eerste keer dat deze kant van Delfzijl het zo zwaar voor de kiezen krijgt. Twintig jaar geleden ging de sloophamer ook al door dit gebied.

Even terug in de tijd. Terug naar het Delfzijl-Noord van eind jaren tachtig. Liny van Hooren woont al zo’n dertig jaar in een deel van de stad dat de Sterren- en Vestingbuurt wordt genoemd. Het is een volksbuurtje waar ze na haar trouwen is komen wonen. Waar haar kinderen opgroeiden. Zo’n buurtje waar iedereen elkaar kent. Waar ‘s middags de ijscoman door de straat rijdt om de kinderen te bedienen. Om ‘s avonds nog een rondje door dezelfde buurt te maken, zodat de ouders gezamenlijk een ijsje kunnen eten als hun kroost op bed ligt.

Dat is het Delfzijl-Noord dat Van Hooren zich het liefst herinnert. Van voor de herstructurering.

Het klinkt zo romantisch. Maar het is in die tijd niet allemaal koek en ei. Delfzijl-Noord wordt geteisterd door leegstand en verpaupering. De regio kampt met krimp. De boel moet rigoureus op de schop.

De grote herstructurering

Dagblad van het Noorden van 3 maart 2007

In 2001 begint de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) daarom met de ‘grote herstructurering’. Een project dat zijn weerga in Nederland niet kent en gepaard gaat met de sloophamer. Zestienhonderd huizen moeten tegen de vlakte in de Sterrenbuurt, de Landenbuurt en de Vestingbuurt. Wijkbewoners verlaten gedwongen huis en haard. De straten waar ze hun kinderen zagen opgroeien verdwijnen en de gezinnen worden ergens anders, meestal in Delfzijl, ondergebracht.

De krantenkoppen van Dagblad van het Noorden liegen er niet om: ‘Het tranendal van Delfzijl’, ‘Van de kaart geveegd’, ‘Laatste bewoners sloopstraat hebben het helemaal gehad.’ Delfzijl verandert in een bouwput en blijft dat zo’n tien jaar lang. ,,De wijken werden uit elkaar gescheurd’’, zegt Van Hooren. Bewoners, veelal ouderen, voor wie nog geen geschikte woonruimte is gevonden, wonen soms in hun eentje in een compleet leeg huizenblok.

,,Dan werd je ‘s nachts wakker en zag je vreemde mensen nog spullen weghalen uit het lege blok tegenover je’’, zegt Silly Udema. Zij woonde tot 2005 in de Zweedsestraat en was een van de bewoners die gedwongen moesten verhuizen. ,,Het was heel ingrijpend.’’

Ze vond het moeilijk om weg te gaan uit de Zweedsestraat. Een nieuwe plek, andere buren. Ze vreesde dat ze de sfeer uit haar oude straat niet zou terugkrijgen op de nieuwe plek. Het gevoel van ons-kent-ons, hoi-en-moi. In het begin lukte dat ook niet.

Wijk met een hart

Burgemeester Gerard Beukema heeft het contract ook ondertekend. Hij denkt dat het er deze keer heel anders aan toegaat dan twintig jaar geleden. De gemeente gaat in gesprek met bewoners en er wordt meer planmatig gewerkt. ,,Toen werd er veel minder teruggebouwd dan beloofd’’, zegt Beukema. ,,Sinds die herstructurering zijn er veel gaten in Delfzijl-Noord, kijk bijvoorbeeld in de Landenbuurt. Nu willen we de wijk meer een hart geven.’’

In het gebied is een groot overschot aan eengezinswoningen, terwijl er door de vergrijzing juist behoefte is aan levensloopbestendige woningen. Dat zijn punten die de gemeente in overweging neemt bij de herbouw. Bovendien is het niet zo dat er nu minder wordt teruggebouwd dan er stond. Voor elke woning die gesloopt wordt, komt er eentje terug. Eind november is er een woonbeurs waar de gemeente laat zien op welke locaties woningen worden teruggebouwd.

De Finsestraat in de voormalige Landenbuurt. Op de achtergrond is goed te zien dat er minder woningen zijn teruggebouwd dan dat er stonden. Foto: Jan Zeeman

Veel oud zeer

Wooncorporatie Acantus is de eigenaar van 386 huizen in Delfzijl-Noord die de komende jaren gesloopt worden. De corporatie voert gesprekken met de bewoners om te ontdekken wat zij willen en hoe het nu met ze gaat. De eerste verhuisdozen worden ingepakt, want de eerste woningen zijn opgeleverd. Zo hebben de nieuwe bewoners van de Houtwerf de sleutel van hun kersverse paleisje in ontvangst genomen. Aan de Spoorstraat is de bouw van nieuwe woningen gestart. De oplevering volgt begin 2020.

In Delfzijl-Noord wonen veel ouderen en er zijn veel migranten die de Nederlandse taal niet vloeiend spreken. Acantus voegde aan de brief waarin de sloop- en herbouwplannen werden uitgelegd een kader toe met informatie in vier talen. Bij huisbezoeken worden de bewonersconsulenten vaak vergezeld door een tolk. Of er zit een familielid bij die de Nederlandse taal wel machtig is.

Lia Rusthoven is bewonersconsulent bij Acantus. ,,Heel veel bewoners in dit gebied zijn al eens gedwongen verhuisd. Toen vanwege de herstructurering, nu vanwege de aardbevingen. Daar zit veel oud zeer. Dus opnieuw verhuizen is ingrijpend.’’

Toch is er volgens Rusthoven een groot verschil met de vorige herstructurering. Bewoners krijgen een nieuw huis, waarover ze mogen meedenken. En pas als iedereen uit een complex is verhuisd, wordt het gesloopt.

Vitrages voor de ramen

De wooncorporatie houdt rekening met de kans op vandalisme wanneer panden tijdelijk leegstaan. ,,Om het er bewoond te laten uitzien, laten we bijvoorbeeld vitrages hangen.’’

Ook zorgt Acantus ervoor dat er meer sociale controle is, bijvoorbeeld door buurtconciërges in te zetten. ,,Maar het blijft vandalismegevoelig.’’

Silly Udema durft nergens op te hopen. Ze is niet bang dat ze geen mooi huis terugkrijgt. Het gaat haar om de tijd ernaartoe: ,,Er moet eerst gebouwd worden, dan gesloopt. Na het verhuizen moet je weer aan je buren wennen. Het zal toch anders worden.’’

Zandplatenbuurt

De Zandplatenbuurt (of de Zandenbuurt en de Platenbuurt, zoals het gebied door bewoners wordt genoemd) werd rond 1970 gebouwd aan de noordkant van Delfzijl. De woningen waren bedoeld om huisvesting te bieden aan de werknemers van de groeiende industrie en zijn dus nu zo’n 50 jaar oud.

De woningen van 141 particulieren en 386 huurwoningen van Acantus in de Zandplatenbuurt zijn afgekeurd en moeten ingrijpend versterkt worden. Acantus wil alle 386 panden vervangen door nieuwe huizen. De particuliere woningeigenaren mogen ook kiezen voor versterking, maar zien daar volgens burgemeester Gerard Beukema in de meeste gevallen van af. ,,De meeste mensen kiezen voor een nieuwbouwhuis. Dan hebben ze een nieuw huis met een veel hogere marktwaarde.’’

De nieuwbouwoperatie kost honderden miljoenen euro’s en gaat minimaal vijf jaar duren. ,,Dat is de meest optimistische inschatting’’, waarschuwt Beukema. Hij zegt dat het Rijk garandeert dat er genoeg geld komt. Wel is Beukema nog ongerust of er genoeg personeel is voor de megaklus.