R ond de eeuwwisseling had het oude dorpshuis zijn beste tijd gehad. Karakteristiek was het nog altijd, maar het voldeed niet meer. Bij diverse verbouwingen, vol goede bedoelingen door vrijwilligers uitgevoerd, hadden originele elementen plaatsgemaakt voor beton. De personeelsleden van de peuterspeelzaal op zolder baalden van de donkere ruimtes, de bedompte geur en de gevaarlijke trappen.
In september 2012 opende in de Pluvierstraat, twee straten verderop, een nieuw dorpscentrum. Een langgerekte gebouw van rode bakstenen met een basisschool, een peuterspeelzaal een gymzaal en een dorpshuis met een biljartruimte, een bar en een podium.
In het gras voor het voormalige dorpshuis aan de Gerrit Imbosstraat werd een bord de grond in geslagen. Te koop.
De dorpsbewoners, van wie menigeen de verhuizing naar het moderne pand met weemoed aanschouwde, stelden wel een eis: wie het pand op nummer 14 dan ook kocht, het mocht hoe dan niet worden gesloopt.
Coba Lanting en Jurren Paap, de vrouw en man die op dat moment al zo’n twintig jaar met hun dochter naast het dorpshuis woonden, hadden elkaar aangekeken. Ja, dat moesten ze maar doen, hadden ze tegen elkaar gezegd.
De aanschaf van het pand was deels uit zelfbehoud, vertelt Coba Lanting, de realist van de twee. Wie weet wat ze anders naast hun deur zouden krijgen. En deels was het oude dorpshuis voor Jurren Paap, de optimist. De denker. De man die overal wel iets van weet te maken, die voor elk probleem een oplossing ziet. Neem hun huis op nummer 18. Toen de twee er in 1993 introkken, was het groen en bruin. Overal schrootjes. Het was veel werk geweest, maar hij had alles in oude staat gebracht.